Er is nog een tweede sleutel: Zoals
'Beneden alle peil' een algemene
situatie beschrijft, die de impuls geeft tot het afrekenen met
het verleden, zo ontketent
'Het land van Maas en Waal' bij
Boudewijn persoonlijk hele associatiereeksen, die tot ver in zijn
jeugd teruggaan.In een nogal absurde tekst 'met Jeroen beelden'
probeert Lennaert Nijgh die chaotiese assosiatieketens weer te
geven. De overige liedjes beschrijven verder de afrekening met het
verleden, waarbij hier en daar een derde fase een rol gaat spelen:
de toekomst. Maar hierover later. De afrekening met het verleden,
de jeugd, komt het scherpst tot uiting in het liedje 'Testament',
waarvan de eerste regels luiden: 'Ik maak het testament op van mijn
jeugd, hoewel ik geen geld of goed heb weg te geven. Deze situatie,
het zich rekenschap geven van de jeugd en de poging die herinneringen
te verwerken, om vervolgens als 'volwassene' (wat is dat?) het leven
in te gaan, is wel het hoofdthema van de plaat te noemen.
Boudewijn de Groot en Lennaert Nijgh gaan weer
samenwerken. [...]
Twee fenomenen die ons in de laatste jaren van het vorig decennium
bezighielden met hits-van-eigen-bodem als
"Strand",
"Noordzee",
"Welterusten, mijnheer de president",
"Er komen andere tijden",
"Een meisje van zestien",
"Land van Maas en Waal",
"Testament", "Vrienden van vroeger"
en "Prikkebeen". Wat waren we er stuk van.
De enorme brokken werden weggeslikt na
"Vrienden van vroeger"
en we hadden het knap zwaar met
"Voor de overlevenden". Dat
was nog eens Hollands werk waar je zonder schaamte stil van kon
worden! Het duo Nijgh-De Groot had het helemaal en iedereen
sprak plotseling vol trots over het "volwassen Nederlandse
chanson". Dat was in de periode tussen 1966 en 1969.
Boudewijn de Groot (32), de in zichzelf gekeerde pionier van
het Nederlandse luisterlied, is gezwicht voor de morele pressie
die er vanuit België op hem werd uitgeoefend. Na jarenlang
een nogal teruggetrokken bestaan te hebben geleid, vertoont hij
zich sinds november '76 weer 'live' aan het Vlaamse
publiek. [...] Zij worden niet
teleurgesteld. Boudewijn heeft grondig gerepeteerd met zijn
tijdelijk in het leven geroepen Jeroen Bosch Band, kent alle
teksten weer van buiten en de hits van weleer bruisen van vitaliteit.
Noem ze maar op: Meisje van zestien,
Aeneas nu,
Het Spaarne,
De Waterdrager,
Ballade van de vriendinnen van een nacht,
Beneden alle peil,
De Noordzee,
Verdronken vlinder,
Testament, Jimmy, Als de rook om je hoofd is verdwenen.
Anderhalf uur blijde herkenning.
Na de glorieperiode rond
'Het land van Maas en Waal',
'Mijnheer de president', 'Testament'
en 'Meester Prikkebeen' had Boudewijn de
Groot er in 1969 plotseling genoeg van en nam afscheid van zijn
fans. [...]
Van zijn
pioniersarbeid, verricht met Lennaert Nijgh met wie hij binnenkort ook
weer hoopt samen te werken, zegt de nog altijd wat dromerige zanger
inmiddels wel afscheid te hebben genomen. "De fans die straks rond
november wellicht naar de concerten komen, moeten niet meer verwachten
dat ik al mijn oude hits voor ze speel. Dit programma is echt mijn
keuze. Als ik bijvoorbeeld 'Testament' nog doe, dan zal dat in een
toegift zijn, zodat ik me in het officiële gedeelte niet hoef te
compromitteren."
Donderdag - 2 februari - treedt hij op in 't Speelhuis te Helmond.
Boudewijn de Groot (39) brengt daar niet alleen zijn oude nummers, er
is ook nieuwer werk bij. Het bijwonen van een van z'n eerste optredens,
afgelopen vrijdag in Neerpelt, leerde dat werkjes als
'Verdronken vlinder', 'Jimmy',
'Het testament' en 'Land van Maas en Waal'
nog steeds het meeste
succes hebben en ook het meest overtuigend
overkomen. [...]
In een interview verklaarde De Groot onlangs niet geheel meer
achter zijn oude repertoire te staan. "Liedjes als 'Testament'
en 'Verdronken Vlinder', daar kom
je eigenlijk niet onderuit, maar persoonlijk zing ik ze liever niet.
'Het Land van Maas en Waal' doe ik
in elk geval niet," sprak onze man in een informatieve bui. En wat
zingt hij dan als toegift? Juist
'Land van Maas en Waal' en ook
'Verdronken Vlinder' en
'Het testament'. Tsja, zoiets roept vragen op.
Boudewijn werd de reus in de nederlandstalige 'kleinkunst'.
Meer nog: voor velen in de Lage landen betekende hij wat Bob Dylan
was voor de Anglosaksische wereld en hij was een introduktie tot
een internationaal (protest-)songrepertoire met liedjes als
'Welterusten meneer de president' en
'Er komen andere tijden'. Maar dat
zijn repertoire in zijn geheel bij een gigantisch aantal mensen
zeer dierbaar was en is, bewees vooral zijn L.P.
'Vijf jaar hits',
een
dubbelalbum waarvan sinds de release in 1972 ruim 250.000 exemplaren
verkocht werden. Alle lievelingen van het publiek staan er dan ook
op: 'Meisje van zestien',
'Welterusten meneer de president',
'Het Land van Maas en Waal',
'Testament', 'Meester Prikkebeen', enz...
Concert van Boudewijn de Groot met begeleiding van Jan
Rietman (piano), Hans Janssen (synthesizer), Hans Hollestelle
(gitaar), Jan Vermeulen (bas) en Louis Debij (slagwerk);
vrijdag en zaterdagavond in de grote zaal van de Stadsschouwburg
(Tilburg), 20.15 uur. [...]
Als liedjeszanger trad hij op in wat toentertijd doorging voor
het alternatieve circuit en kwam met het ene succesnumer na het
andere. 'Meisjes van zestien',
'De eeuwige soldaat',
'De Noorzee', 'Testament' en
'Welterusten mijnheer de president'. [...]
Was vroeger een gitaar voor 'Bo' (zoals ie zich in
Duitsland laat noemen) voldoende,
nu bedient hij zich van een een complete begeleidingsband, die laat
horen, dat hij er is. In "Code' bijvoorbeeld (met muziek van Hennie
Vrienten) is dat goed te merken, evenals in Boudewijns versie van
'Annabel' en 'Malle Babbe' en in het
nummer 'De laatste vrouw'. Allemaal nummers, die de moeite waard
zijn, maar het oud spul mag er ook nog altijd zijn. Gelukkig gaf
Boudewijn daarvan in de toegift nog blijk:
'Verdronken vlinder' en 'Testament'
zijn onverbrekelijk met hem verbonden.
Precies twintig jaar geleden maakte Lennaert Nijgh, via het
melancholieke gezang van Boudewijn de Groot, zijn
Testament op. Voor ons,
Voor de Overlevenden
beschreef hij zijn gesjochten relaties, opdat wij het beter
zouden doen. Maar ook hield hij ons voor:
Er komen betere tijden. Het is
nu zomer 1985. Nijgh is inmiddels de 40 gepasseerd en is nog
altijd non-konformist. In die hoedanigheid heeft hij zojuist de
tekst voor de rockopera Ik Jan Cremer afgerond: "Het
wordt een miljoenenprojekt. En of Cremer nu al of niet loodrecht
op mijn verleden staat, maakt me niets
uit."[...]
De Groot verklaarde op zijn eenentwintigste zijn wilde haren
al verleden tijd ('Na eenentwintig jaren in dit leven / maak ik
het testament op van mijn jeugd').
HILVERSUM - Punt één: het vraaggesprek kan beter
niet gaan over zijn verleden als Nederlands meest beluisterde
troubadour van de jaren zestig. Mocht dat toch gebeuren, dan zou
het wel eens vervelend kunnen worden, waarschuwt de publiciteitsdame.
"Want dan gaat Boudewijn zo'n beetje zwijgend zitten glimlachen! Hij
heeft gewoon geen zin om het spelletje mee te spelen." Punt twee:
hij is zeer stipt, dus wel op tijd willen komen.
Het valt allemaal reuze mee, te beginnen met het feit dat
Boudewijn de Groot erg menselijk vijf minuten te laat arriveert en
niet dichtklapt als zijn verleden even ter sprake komt. Het doet
alleen niet meer zo terzake sinds hij drie jaar geleden is gestopt
met muziek, omdat hij geen zin meer had in optredens. Wat hij wel
steeds heeft gemerkt, is dat ook jongeren zijn liedjes van vroeger
('Het Land van Maas en Waal',
'Meisje van zestien', 'Testament',
'Mijnheer de President',
'Verdronken vlinder') vaak
woordelijk uit het hoofd kennen. "Je zou het muzikale recycling
kunnen noemen."
Je brengt als zanger natuurlijk wel een erfenis mee als je
daar als musicalster op het toneel staat...
"Je moet daar aan de ene kant als zanger overheen kijken," meent
Boudewijn de Groot. "Aan de andere kant moet je het publiek ook niet
herinneren aan die erfenis (Hij schrijft daarbij aanhalingstekens met
één vinger in de lucht). Ik ben voor die rol gevraagd,
omdat ik kennelijk een bepaalde uitstraling heb die erin past, een
stemklank die voor die rol geschikt is. Daar moetje dan gebruik van
kunnen maken, vind ik. In hoeverre de mensen blijven denken: zong hij
nou maar Testament, tja, dat weet je dan toch nooit! Maar de mensen
komen niet naar een zangavond van Boudewijn de Groot, ze komen voor
de hele musical."
"Testament", "Verdronken vlinder",
"Het land van Maas en Waal". Wie deze
liedjes kent, weet ook wie Boudewijn de Groot is, maar voor degenen
die hem nog niet kennen: hij was een van de belangrijkste zangers van
de jaren zestig en zeventig en maakte klassieke LP's als
"Voor de overlevenden",
"Waar ik woon en wie ik ben" en
"Hoe sterk is de eenzame fietser".
[Boudewijn] lijkt er genoegen in te scheppen ongrijpbaar te zijn.
NIJGH: "Nou, een genoegen mag je het niet noemen. Hij is
introvert - een benauwde jas die je niet zelf kiest. Ik lul graag. Ik
ben ook altijd degene geweest die de initiatieven nam, de contacten
legde. Mijn teksten waren er steeds eerder dan zijn muziek. Boudewijn
zegt nu nog stupéfait te zijn over wat er is gebeurd - de
hits, het succes. Land van Maas en Waal,
Testament, Verdronken vlinder, hij
stond erbij en keek ernaar."
Twee keer stond
[Boudewijn] op het podium te huilen.
"Het is mij eens overkomen toen ik Testament begon te zingen.
Het gebeurde zomaar. Nee, het had niets te maken met de tekst, het was
de sfeer van die avond, van die zaal. Alles klopte: het tempo, de timing,
de frasering, de intonatie. In de zaal hing een sfeer van enorme
verbondenheid. De ontroering ontstond rond het resultaat, niettemin even
legitiem als ontroering om het inhoudelijke. De tweede keer schoot ik vol
bij het zingen van Moeder. Het liedje werd op de juiste manier
gezongen. Mijn stiefmoeder zat in de zaal. Ineens bedacht ik: zij heeft
mij langer gekend dan mijn moeder en toch zing ik niet over haar. Ik zing
over mijn echte moeder. Terwijl ik daar op het podium stond, kreeg ik het
gevoel dat zij mij stimuleerde om nog mooier te zingen. Toen werd ik
geraakt door een steekvlam van medelijden Of misschien was het wel echt
verdriet."
De Groot: "'Een meisje van zestien'
was een zware concessie voor me. Elektrische gitaren waren
volstrekt uit den boze, voor een beetje 'folkie'. Maar ik had
al gauw door dat commercieel succes artistieke vrijheid gaf.
Tussen '65 en '69 hebben we praktisch kunnen doen wat we wilden.
Dat hebben we met dusdanig jeugdig enthousiasme gedaan, dat het
een wonder mag heten dat er zoveel 'klassiekers' uitgekomen zijn.
'Testament', 'Het Land van Maas en Waal',
'Verdronken vlinder',
'Picknick', het hield niet op. We
waren de hitmachine geworden waar we op school al op af hadden
gegeven. En hij was volledig dolgedraaid. Net als wij
trouwens."
[Bespreking Boudewijn de Groot in Paradiso]
Opvallend was hoe goed de rest van zijn repertoire de tand des
tijds doorstaan had. Waarbij wel opgemerkt dient te worden dat
De Groot de protestsongs van weleer en het echte psychedelische
werk maar thuis had gelaten. Geen
'Welterusten meneer de President
dus, geen 'Picknick'. Maar wel liedjes
als 'Verdronken vlinder' en
'Testament'; liedjes die behoren tot de klassiekers van de Nederpop.
Boudewijn de Groot met de try-out van
'Een Nieuwe Herfst'. [...]
Als dan op de valreep die hits van toen komen, weet je dat het eigenlijk
niet meer hoeft. Kleinoden als 'Testament' en
'Verdronken vlinder' mogen in het
doosje jeugdsentiment blijven. Ze hebben waardige opvolgers gevonden
in prachtige nummers als 'De roos' en
'De Engel is gekomen'. Boudewijn de Groot
is overtuigend, zoals hij altijd was, met muziek die vertrouwd klinkt,
maar toch anders is. Laat de winter maar komen.
[Bespreking Nieuwe Herfst Tournee]
Vanavond zijn ze en masse speciaal gekomen voor die bekende zanger van
weleer, de vertolker van beroemd geworden liedjes als Testament, Jimmy,
Het land van Maas en Waal of
Prikkebeen. Voor die in Heemstede opgegroeide
jongen met zijn gitaar, die ruim dertig jaar geleden voor het eerst de
hoofden op hol bracht, in dit soort theaters in de provincie, en die nu
weer hier staat, voor het thuispubliek.
Over belangstelling heeft Boudewijn de Groot tot dusver ook geen
klagen. De try-out in theater
De Willem in Papendrecht - afgelopen vrijdag - is geheel uitverkocht.
Publiek is er van alle leeftijden, al is de generatie die het liedje
Testament uit 1966 woord voor woord kan meeneurieën in de
meerderheid. De Groot laat zich begeleiden door zeven door de wol
geverfde muzikanten onder wie de ex-Doe Maarleden Ernst Jansz en
Jan Hendriks en éminence grise van de Nederpop Jan de Hont.
EMMEN - De roodzwart geblokte jas die hij dertig jaar droeg op
de hoes van 'Voor de Overlevenden'
hing hij aan een wand van het decor. Of we dat toch wel hebben gezien,
vraagt Boudewijn de Groot na het slotapplaus aan zijn publiek in
Theater De Muzeval in Emmen, waar zijn
nieuwe theatertour
woensdagavond begon. Vervolgens begint hij aan een blokje toegiftjes,
waaronder ook liedjes van die vermaarde grammofoonplaat, zoals
'Testament', 'Verdronken vlinder'
en 'Het Land van Maas en Waal'. Fans
zingen de nummers hardop mee en op dat moment krijgt de avond zijn
onvermijdelijke nostalgisch tintje. Toch is de gote kracht van dit
theaterconcert juist dat de hoge kwaliteit van het afwisselend
geheel het gemakkelijk wint van die goede herinneringen aan
dat vroegere repertoire.
[Bespreking 'Nieuwe Herfst Tournee']
Bij het betreden van De Muzeval op woensdagavond krijgt De Groot wat
'de provincie' aangaat even gelijk. Het 'multifuncitonele' theater
met zijn automatische schuifdeuren en kakelbonte inrichting maakt een
verdronken vlinder van de bezoeker.
Maar niets ten nadele van het Emmens publiek dat volgens de zanger
opvallend snel los kwam. De Groot vindt het niet vervelend dat er
nog steeds antieke hits als 'Testament' en
'Tante Julia'op het repertoire staan.
"Het is geen verplichting, hoewel ik denk dat het publiek wel
teleurgesteld zou zijn als ik niets uit die tijd zou spelen. Als ik
naar de Stones ga, dan hoop ik ook dat ze 'Satisfaction' spelen. En
ik vind het nog steeds mooie nummers. Wat ik wel opvallend en positief
vind: het publiek van nu is veel ontvankelijker voor nieuwe repertoire.
Nu gaan ook onbekende nummers mee in de waardering."
[Bespreking van Nieuwe Herfst Tournee: Gent (B)]
Tegen het einde van de dik twee uur durende set (onderbroken door de
obligate theaterzaal-pauze) en tijdens de bisnummers kregen de mensen
datgene waar ze op zaten te wachten. Hits zoals daar zijn Jimmy, Als
de rook om je hoofd is verdwenen (opgedragen aan alle hippies die Gent
nog rijk is), Een tip van de sluier en
Testament volgden elkaar in een angstaanjagend tempo op.
Het begint in 1964 met Strand (Je gaat
er op de brommer heen / en ligt dan plat tot kwart voor
één / dan ga je kijken naar een vrouw / die je
wel graag versieren zou / dan krijg je ruzie met haar man /
die toevallig boksen kan / en met je tanden in je hand /
sjok je weer verder langs het strand) en daarna volgen talloze klassiek
geworden nummers als Testament, Meisje van 16,
Voor overlevenden,
Prikkebeen,
Het Land van Maas en Waal, Jimmy,
Tante Julia en
Malle Babbe. [...]
Playboy: Misschien heb ik nooit goed naar de tekst geluisterd.
Maar Hoe sterk is de eenzame fietser is zo'n regel die zich
in je kop nestelt. Als ik iemand in de wind door het landschap zie
trappen, denk ik aan die regel. Jullie hebben wel voor meer regels
gezorgd die zich in ons nationale onderbewustzijn hebben genesteld.
De Groot: Maar De eenzame fietser is niet van Lennaert
Nijgh, dat is van Ruud Engelander.
Playboy:
Het land van Maas en Waal...
De Groot: Dat is wel degelijk van Lennaert. Net als Testament,
Verdronken Vlinder en
Malle Babbe. Lennaert is altijd
gezien, en dat is nog steeds zo, als een van de beste tekstdichters
in de lichte muziek. Het zijn prachtige teksten en technisch heel
muzikaal geschreven. Op een melodie.
Playboy: Ik dacht dat je de melodie pas schreef als de
tekst klaar was.
De Groot: Hij schrijft zijn teksten op een eigen melodie.
Misschien dat dichters als ze schrijven altijd een melodie horen,
ik weet het niet.
[Boudewijn:] Toch was ik toen niet erg gelukkig met mezelf.
Je bent bekend, dus veel mensen hebben een mening over je. Als ze je
fantastisch vinden, dan is de wereld een roze suikerspin. Maar als je
tien seconden later hoort dat alles kut is, dan gaat alles op zwart.
Tegen die negatieve reacties begon ik mij te wapenen. Op festivals had
ik ook vaak te maken met het feit dat ik met mijn gitaartje en
Nederlandse teksten detoneerde tussen de Engelstalige beatbands. Hits
als 'Land van Maas en Waal' en
'Meisje van 16' waren herkenbaar, maar
bij onbekendere nummers als 'Testament' en
'Verdronken Vlinder' kon ik worden
uitgejouwd. Dat vond men zijige burgertruttenliedjes, zoetsappig
gebeuzel. Zeker in die tijd was ik iemand die zich liet meevoeren door
impulsen, stemmingen, buien - die behoorlijk negatief konden
zijn. [...]
Over een paar dagen sta ik met mijn band in het Concertgebouw. Een
jongemannendroom. We krijgen fantastische reacties op onze tour, maar
voor het grote publiek is Boudewijn de Groot nog steeds die jongen met
de Spaanse gitaar. Nummers als 'Testament',
'Verdronken Vlinder' of
'Jimmy/De Eenzame Fietser' leven nog steeds heel sterk. Geen punt voor
mij. De oude Bob Dylan was toch 'Blowing in the Wind', de Rolling
Stones blijven verbonden met 'Satisfaction'. Ik vind het niet erg die
klassiekers een plaats te geven in mijn nieuwe repertoire. Ik hoop wel
dat nummers van nu, zoals
'Een Wonderkind van Vijftig' en
'De Roos', over twintig jaar ook
klassiekers zijn. [...]
Het verleden. Ik heb iets met het verleden. Er zit iets Anton
Pieckerigs in mij. Over het verglijden van de tijd voel ik soms een
wanhopige machteloosheid. Dat je 'gisteren' niet kan terughalen...
zó zonde. Niet dat ik heden en toekomst afzweer en maar domweg
zit te somberen over de vergankelijkheid van het leven, maar ik heb
zeker last van verzengende nostalgievlagen. Vraag niet waarom. Het
overkomt me. Weet je waar ik van hou? Dingen die afgerond zijn. Ik
woon in Heemstede, werk weer samen met Lennaert en sta op het podium
nog immer 'Verdronken Vlinder'
en 'Testament' te zingen. De cirkel is rond. Ik kan doodgaan of
opnieuw beginnen. Móói vind ik dat.
De teksten van Lennaert Nijgh lagen in de jaren zeventig op ieders
lippen. Als huisschrijver van Boudewijn de Groot had hij grote successen
met nummers als 'Testament' en
'Land van Maas en Waal'. Maar het zag er
naar uit dat de samenwerking tussen de twee op dood spoor zat. "Boudewijn
was inmiddels met overgave aan een identiteitscrisis bezig," schrijft
Nijgh in zijn boek 'Tekst en Uitleg'. "Zei hij
eerst weinig, nu zei hij niets meer, dook onder in de Amsterdamse 'sien'
en wilde niet meer zingen. Ik zocht andere mogelijkheden. In de door mij
vertaalde musical Salvation speelde Rob
de Nijs mee. Hij was een beetje aan het overeind krabbelen na een
stormachtige carrière die in een absoluut dieptepunt leek te
zijn beland."
In de jaren
60 en begin jaren 70 was hij de populairste
vertolker van het Nederlandse lied. Iedereen kende De Eenzame
Fietser uit het hoofd, iedereen dweepte met hem. Daarna ging het
bergafwaarts. Hij verzoop in een Drentse commune, vertaalde jarenlang
thrillers in Overveen en verdween naar Californië. Hij maakte
lullige platen en trad in 1985 voor het laatst op als muzikant, en dan
nog vooral in België. Wel dook hij op in twee succesvolle musicals
(Tsjechov en Anne Frank), maar de legendarische zanger van
Testament,
Het Land van Maas en Waal,
Meester Prikkebeen en
Verdronken vlinder
leek voorgoed verleden tijd. [...]
Het optreden is een
sentimental journey van drie uur. Bij de meezingers
De engel is gekomen en
Land van Maas en Waal gaan de
dikke man en zijn familie volledig uit hun dak. Alles aan hem en zijn
dikke zussen lilt en trilt, schudt en beukt in het luchtledige. Een
zee van rode schouwburgstoelen deint op en neer. "Maar liever
dàt nog dan het bord voor z'n kop van de zakenman," zingen we.
"Want daar wordt-ie alleen maar slechter van." Bij Testament
klinkt er vanaf de voorste rijen zowaar een spontaan vrouwenkoor op,
een zoete, smachtende lokroep van provinciale sirenes die alle schroom
van zich afwerpen nu hun droomman na 30 jaar weer is verschenen.
Toen Boudewijn de Groot drie jaar geleden centrale gast was op
Nekka-Nacht, betekende dat zowat een
comeback voor de man. Verdronken vlinder,
Testament, Als de rook om je hoofd is verdwenen, Hoe sterk is de eenzame
fietser... Het was al lang geleden. Maar de Nederlander is sindsdien
nauwelijks nog van de theaterplanken van uitverkochte zalen weg te
branden. [...]
Boudewijn de Groot: "Ik ben een symbool van muziek van vroeger.
Enfin, een symbool? "Symbool" is zo uniek. Noem het "een exponent van
een bepaalde periode". Hoe dan ook, veel actueels hangt er niet om mij
heen. Dat besef ik best. Maar ik ga kennelijk langer mee dan ik zelf
ooit gedacht had. Ik merk dat er aardig wat jonge mensen in de zalen
zitten, geboren nadat mijn bekendste platen uitgekomen zijn. En als ik
dan zie dat iemand van veertien nu nog geraakt kan worden door
Testament, dan herkent die daar zeker niet de gevoelens van de jaren
zestig in maar iets tijdloos. Zou mijn werk dan toch een universele
snaar raken? Nu ja, ik was en ben er niet bang voor opnieuw op te
treden. Er is tenslotte weinig veranderd. Ja, het publiek ziet er wat
anders uit, maar de mensen reageren in wezen op dezelfde manier. En ook
ik ben eigenlijk altijd dezelfde gebleven."
Boudewijn de Groot is meer dan alleen de zanger van klassieke songs
als Het Land van Maas en Waal,
Mijn testament en Hoe sterk is de eenzame fietser, of de
zanger van beschouwende teksten als op zijn laatste cd
Een nieuwe herfst. Het
toneelspelen dat hij op de middelbare school leerde, voerde hem
uiteindelijk naar de echte Bühne. Hij speelde de vader van Anne
Frank in Het dagboek van Anne Frank. En in het begin van de jaren
negentig vertolkte hij de hoofdrol in de musical Tsjechov van
Robert Long en Dimitri Frenkel Frank.
Tijdens het 'Gala van het Nederlandse lied' is er veel aandacht
voor de liedjes van Boudewijn de Groot en voor de zanger zelf. Hij is
de eerste die de 'Radio 2 Zendtijd Prijs' krijgt, omdat zijn werk van
blijvende waarde is voor de Nederlandstalige
muziek. [...]
Sjors Fröhlich over de winnaar van de eerste 'Radio 2 Zendtijd
Prijs': "Ik was indertijd veel te jong om zijn hoogtijdagen mee te
maken, maar die schade heb ik later ingehaald. In de jaren zestig en
zeventig stond Boudewijn de Groot niet alleen voor muziek, maar voor
een hele beweging. Van zijn vroegere werk is 'Testament' mijn favoriet.
Samen met tekstschrijver Lennaert Nijgh vormde Boudewijn de Groot een
inspirerend duo."
Het verzameld werk van Lennaert Nijgh is uit.
'Ik doe wat ik doe'. Een kloek boek met
klassiekers als 'Het Land van Maas en Waal'
en 'Malle Babbe',
'Pastorale' en
'Meester Prikkebeen',
'Tante Julia' en 'Testament'. Een gesprek met
de Haarlemse schrijver, die in de jaren zestig naam maakte met zijn
teksten voor Boudewijn de Groot. "Ik heb weinig met la-la-la en na-na-na."
Lennaert Nijgh is natuurlijk bekend van zijn werk met Boudewijn de
Groot, voor wie hij juweeltjes als
Strand,
Testament,
Het Land van Maas en Waal en
Meisje van zestien
schreef.
Vlak voor ik in de taxi stap, vraag ik Nijgh weer wat zijn
favoriete nummer van eigen hand is.
"De Reiziger", zegt hij, zonder enige
aarzeling.
Wat? Niet 'Testament',
'Verdronken Vlinder',
'Malle Babbe' of
'Pastorale', door radioluisteraars
vorig jaar nog verkozen tot het beste Nederlandstalige lied
aller tijden?
Ophouden nu je nog vóór staat, zegt de blik in
Lennaert Nijghs ogen. Maar zelf zegt hij niets. Hij zou het beter
verwoorden. Maar dat zou tijd vergen...